IK WORD NOOIT BOOS!
Wanneer je moeite
hebt met grenzen aangeven, nee zeggen, wanneer je je vaak schuldig voelt of snel schaamt, wanneer je moeite hebt met keuzes maken of echt niet goed weet wat je wilt,
onzeker bent in het bijzijn van anderen, over je lichaam en of ze je wel leuk vinden, altijd voor anderen zorgt, jezelf op de tweede plaats zet, ruzie maken,
boos worden
en een ander duidelijk maken dat hij/zij jou gekwetst
heeft uit de weg gaat, dan zou je best wel eens een onveilige binnenwereld
ontwikkeld kunnen hebben
KENMERKEN ONVEILIGE BINNENWERELD
Als kind mocht je bijvoorbeeld niet boos worden. Op boos worden volgde straf.
Je wordt vervolgens nooit meer boos, want boos worden verbind je met straf (= afwijzing = pijn).
Zo waren je ouders tevreden
en kreeg je hun (voorwaardelijke) "liefde". Je werd een voorbeeldig kind.
Daar word je echter als kind onzeker van, want je voelt boosheid, maar je mag dat niet voelen.
Dat geeft veel onveiligheid
van binnen.
En wanneer je ouders het soms wel en soms niet
goedvonden, wordt de onveiligheid van binnen alleen nog maar groter.
Je neemt de rol aan van "nooit boos kind" (aangepast kind) en identificeert jezelf met dit gedrag.
Je ontwikkelt "niet boos worden" immers om liefde en geen afwijzing
te krijgen.
Op latere leeftijd zal deze strategie
echter tegen gaan werken.
Op je werk ben je nooit boos, in je relatie ben je nooit boos.
Van binnen wel, maar dat ziet niemand.
Daar pas je wel voor op.
Want boos worden is voor jou afwijzing = pijn.
Je mag leren om in alle veiligheid boos te mogen worden, zonder dat er straf op volgt.
Want je mag gewoon boos zijn
wanneer je boos wilt zijn.
Je voelt wat je voelt. Daar kan niemand iets van vinden of over oordelen.
Een terugkeer naar jouw Ware Zelf.